Bij de kleine Albert Heijn in mijn buurt stond een jonge jongen straatkrantjes te verkopen.
Dat valt toch meteen op. De gemiddelde straatkrantverkoper lijkt boven de veertig en ziet er gehavend uit. Maar deze jongen had echt wel een leuk koppie. De ellende die hem waarschijnlijk ten deel was gevallen, was nog niet aan hem af te lezen.
Ik vroeg waarom hij hier stond. In zeer gebrekkig Engels vertelde hij dat hij uit Hongarije komt. Hij was naar Nederland gekomen om muziekproducer te worden. Die hadden ze in Nederland nodig had hij gehoord. En hier kon je heel goed worden. Maar het liep toch niet helemaal zoals hij had gehoopt.
Amsterdam was lastig om rond te komen. Hij kon geen werk vinden en ook het maken van muziek kwam niet echt op gang. Na een jaar besloot hij naar Utrecht te vertrekken. Nu verblijft hij in het B&B Utrecht City Center. Wat ik van Janos begreep was dat hij daar werkte tegen kost en inwoning. Maar dat hij alsnog bij moest betalen voor zijn kamer.
Aan het eind van zijn verhaal wilde ik een krantje kopen. Maar die waren op. Hij had (naar wat ik beoordelen kon) een officiële verkoperspas. Ik besloot hem twee euro te geven en zijn verhaal op te schrijven.
Maar toen ik hier achter mijn laptop zat, ging het verhaal toch aan me knagen. Het rammelde natuurlijk aan alle kanten, dus ik besloot het B&B op te bellen.
De vrouw aan de lijn wist gelijk over wie ik het had. Maar van het werken tegen kost en inwoning wist ze niets: “Hij is gewoon een betalende gast”. En helaas voor Janos niet meer voor lang. Al is dit zijn eigen schuld. Hij heeft een paar keer het brandalarm in zijn kamer laten afgaan door drugsgebruik. En onlangs heeft hij vier dagen in de cel doorgebracht. Voor wat wist de vrouw aan de lijn niet, maar raden kon ze het wel.
Janos heeft een betaalachterstand van drie weken. En nu is de maat vol. Zo nu en dan een oogje toeknijpen uit medelijden wil het hostel wel, maar er zijn grenzen.
Ik zat te twijfelen of ik dit verhaal als heldendaad moest rekenen, omdat ik twee euro aan een drugsgebruiker had gegeven. Ik weet het, naïef. Aan de andere kant is dat het risico dat je loopt als je anderen probeert te helpen. Soms komt je goedbedoelde hulp niet goed terecht. Maar dat wil niet zeggen dat je het niet moet doen.
Ik heb mijn lesje weer geleerd. En ik hoop dat Janos het praatje in ieder geval gezellig vond. Ook hoop ik dat hij toch goed terecht komt. De volgende keer dat ik hem tegenkom geef ik hem in ieder geval geen geld, maar een adres van een opvangcentrum voor drugsverslaafden.
Ook hierin sta je niet alleen, ik was er ook eens met open ogen ingetuind. 😀
Een man bij de supermarkt vroeg me op een pak luiers te kopen en uiteraard zag ik dan meteen een arme baby voor me die zichzelf al huilend aan het bevuilen, dus ik meteen weer naar binnen om uit te rekenen welk pak ik het beste kan kopen. Wanneer ik buiten kom, vraagt hij me om het bonnetje. Ik zei dat ik die uit gewoonte had weggegooid, maar hij zei dat het erg belangrijk was, omdat ze anders zouden denken dat hij het gepikt had.
En weer zag ik meteen voor me hoe hij weggesleurd werd door twee norse agenten, dus ik haalde mijn tas en jaswakken overhoop en wonder boven wonder had ik hem in mijn jas gestoken.
Later besefte ik me dat ik hem waarschijnlijk aan store credit heb geholpen en voelde ik me een beetje naief. 😀 Maar liever af en toe een beetje naief dan verbitterd en geen vertrouwen meer in de mensheid. 😉