Het eerste wat mijn moeder doet als ze in de tuin van mij of mijn zussen komt, is onkruid verwijderen. Zelfs als ik denk dat mijn plantenbak er netjes bij ligt, dan weet zij nog wel wat te vinden.
Nu vindt lang niet iedereen onkruid wieden zo’n leuk klusje als moeder Truus. Dus ik dacht: hoe fijn zou het zijn als je bij thuiskomst een onkruidvrij perkje aantreft.
Daarom heb ik vandaag Truus gespeeld in mijn buurt. Gewapend met een schepje, handschoenen en een tas voor het onkruid struinde ik langs perkjes en potten en ontdeed ze in het geniep van ongewenst groen.
Hier heb ik zelfs voor natuurlijke bemesting gezorgd. Na het verwijderen van het onkruid rondom de rozenstruik, schepte ik de hondendrol die ernaast lag, in het perkje.
Ik kon ongestoord mijn gang gaan, totdat ik me waagde aan een wat groter zijperkje. “Ben je onkruid aan het wieden”, hoorde ik achter me. Ik keek om en zag een oude bebaarde man staan. Ik bevestigde zijn waarneming.
“Je kunt beter wat laten staan van dit groen. Anders staat er niets. En het trekt ongedierte weg bij de planten die je wel wilt”, ze de man.
“Bedankt voor de tip!”, zei ik. Ik wist nog steeds niet of het tuintje aan hem behoorde. Of dat hij gewoon een praatje wilde maken. En ik durfde al helemaal niet meer verder te gaan met het verwijderen van onkruid.
“Is dit tuintje van jou?” vroeg de man en ging verder met de inspectie van mijn project.
“Ja, nou, van ons allemaal”, antwoordde ik. ” U heeft dus verstand van tuinieren?”
“Nou, verstand. Ik ben denk ik twee-en-een-half keer zo oud als jij, dus ik heb wat meer ervaring.” Vervolgens vertelde hij precies wat al zijn ervaring was. Hoe je rozen moest kweken, waarom hij meer bonen in zijn volkstuintje had dan zijn buren, waarom bessen planten geen zin had, dat moest je door merels laten doen. Het was duidelijk dat dit niet zijn tuintje was, hij was gewoon op zoek was naar een praatje.
“Waar gaat u naar toe?”, vroeg ik.
“Ik ben rustig aan op weg naar de Kanaalstraat”, zei de 79-jarige Leindert. Ik was inmiddels achter zijn naam.
“Zal ik met u meelopen, ik moet nog een brief posten.”
En zo geschiedde en liepen Leindert en ik schuifelend – rustig was geen understatement – naar de Kanaalstraat. Ik met een zak vol onkruid. Hij met een leeg Albert Heijn tasje voor zijn boodschappen.
Geef een reactie