Eerst herkende ik het niet als geld. Ik dacht dat het een snoeppapiertje was. Maar toen ik beter keek, zag ik het. Vijf euro voor het oprapen!

Terwijl ik het vond, was ik met mijn moeder aan de telefoon. ‘Kan ik weer gebruiken voor een heldendaad’, zei ik.

Ik vond het briefje op station Hilversum, dus onderweg naar Utrecht zat ik te dubben over wat voor leuks ik met vijf euro kon doen. Ik heb de volgende daden overwogen:

  • In de handen drukken van een willekeurige voorbijganger
  • Een verzoeknummer bij mijn favoriete accordeonspeler op het station indienen en als dank het gevonden briefje geven
  • Op het raam van een kleine zo goed als failliete boekenwinkel plakken
  • In een bakje van een snoepautomaat leggen met een briefje, ‘doe er wat leuks mee!’

Maar ik heb het allemaal niet gedaan, hoe grappig het me ook leek. Omdat dit nieuwsbericht van vandaag me niet los liet: Te veel oorlogen: Rode Kruis platzak. Nu is het Rode Kruis niet echt platzak, maar de potjes voor de meeste brandhaarden van nu zijn op. En je mag niet geld dat mensen gedoneerd hebben voor bijvoorbeeld een natuurramp, gebruiken om hulp te bieden in Gaza, Syrië of Irak. Logisch.

Nu vond ik dit al deprimerend nieuws. Maar het werd helemaal deprimerend toen we bij EditieNL waar ik onder andere voor schrijf, een enquête gingen voeren om erachter te komen of mensen het lastig vonden te kiezen waaraan ze moesten doneren, omdat er nu zoveel crisissen in de wereld zijn.

Dit waren de gemiddelde reacties op Facebook bij de oproep om de enquête in te vullen:

  • ‘Niks, Nederland heeft het zelf nodig, eerst eigen volk dan maar eens kijken naar de ziele pietjes in het buiteland’
  • ‘Ik doneer pertinent niet aan goede doelen. Het goede doel? Dat ben IK!’
  • ‘Ik doneer geld aan mijn eigen hond. Meest perfecte doel.’ 
  • ‘Aan me zelf, niks aan het buitenland, eerst eigen volk dan de rest’ 

Ik weet niet in welke situatie deze reageerders zitten, en wellicht moet ik ze ook niet als de gemiddelde Nederlander beschouwen. Maar ik vond het om te huilen. Want laten we eerlijk wezen: de gemiddelde Nederlander mag in zijn handjes knijpen van geluk als je kijkt in wat voor horrorfilm miljoenen vluchtelingen op dit moment leven. Ja wij hebben ook armoede. En ja, wij hebben ook ellende. Maar een beetje relativeringsvermogen lijkt me voor veel Nederlanders toch wel op zijn plaats. Helemaal als je ziet dat zelfs mensen die niets hebben, iets kunnen delen:

[youtube id=”https://www.youtube.com/watch?v=YD1VT7YRJ5I” width=”600″ height=”350″]

Dus ik geef het gevonden briefje van vijf euro aan de helden van het Rode Kruis. En het kan me weinig schelen dat 1/4 ervan blijft kleven aan bestuur, pr en met pech aan dictators of corrupte ambtenaren. De rest komt waar het hoort: bij medewerkers die met gevaar voor eigen leven mensen in nood proberen te helpen.

En ik ga er als ongeneselijke optimist gewoon vanuit dat degene die het briefje verloren heeft, geen zure pruim is en zich hier volledig bij aansluit.