Sind anderhalve zitten ze er weer, het dakloze echtpaar Jo en Do, in de tunnel bij Station Hilversum Mediapark.
De laatste keer dat ik Jo zag had ze nauwelijks haar, een paar verschraalde plukjes op haar hoofd. Maar nu had ze weer een hele bos. En vandaag droeg ze er zelfs een strik in.
‘Wat zie jij er mooi uit’, zei ik. ‘Hoe kom je aan dat haar?’
Ze vertelde dat ze het voorheen uittrok van de stress. Samen met Do had ze even vastgezeten in de nor, omdat ze hadden geslapen op een plek waar dat niet mocht. En daar in de gevangenis had ze besloten dat ze wel weer wat vrouwelijker mocht worden. Ze ging de impuls tegen, met resultaat. Want nu had ze een mooi bosje haar.
Ik heb hetzelfde probleem gehad als Jo, alleen toen was ik nog kind. Tot mijn zevende jaar had ik slechts een paar zielige plukken haar op mijn hoofd. Na vele onderzoeken in ziekenhuizen kwamen ze tot de conclusie dat ik het er ’s nachts onbewust uit trok.
Naar de kinderpsychiater zei Dokter Peer. Maar mijn ouders dachten: mijn kind is niet gek, naar de kapper! Daar lieten ze op aanraden van kapper Gerard mijn hele bol zo goed als kaalscheren. ‘We gaan toch op vakantie, dan is het niet zo erg’, zeiden mijn ouders. ‘Maar ik wil toch ook vriendjes op de campiehiiing’, huilde ik. En ja hoor, daar bij het zwembad kwam het: ‘Kijk! Een jongetje in een zwempak!’
Nu kan ik hier hard om lachen, maar toen vond ik het verschrikkelijk. ‘Ik ga NOOIT meer zwemmen’, schreeuwde ik tegen mijn moeder.
Inmiddels heb ik een dikke bos haar, maar ik snap nog steeds heel goed wat Jo bedoelt. Ik wilde toen dat mensen zagen dat ik een meisje was. En Jo wil een vrouw zijn.
Jo protesteerde nog wat toen ik haar prachtig noemde. Dus heb ik het nog een paar keer gezegd. Want het maakt geen reet uit of je dakloos bent en je vieze kleren draagt, iedereen verdient het om zich mooi te voelen.
Geef een reactie