“He superwoman! Wat ga je vandaag doen?”
Niets van “He Rachel, hoe is het met je?” Neen. Die zin hoort tot het verleden sinds ik met het idiote plan kwam een jaar lang elke dag iets te doen om de wereld een stukje vrolijker, schoner of beter te maken.
Als ik nu terugkijk op de afgelopen tweehonderd dagen, heb ik eigenlijk geen idee gehad waar ik op dag 1 aan begon. Ik had een leuk idee en dacht: waarom er mee wachten? Dus ik begon er gewoon aan. Net als Forrest Gump, i just ran!
[youtube id=”https://www.youtube.com/watch?v=QgnJ8GpsBG8″ width=”600″ height=”350″]
Daad 1, daad 2, daad 3, daad 10, 21, 31… De eerste maand vloog voorbij en ik was helemaal vol van mijn nieuwe doel in het leven. Moeiteloos tikte ik tot laat in de avond over mijn daden van die dag, voor ik in slaap sukkelde sjeesden nieuwe ideeën door mijn brein en het eerste wat ik bij opstaan deed was mijn site, Facebook en Google Anaytics checken. Ik weet nog dat ik tegen een vriend van mij zei: “Nou, als ik me er zo onder blijf voelen, hou ik dit jaar MAKKELIJK vol!”
Ook maand twee en drie gingen me relatief eenvoudig af. Alleen de media-aandacht vond ik op het begin wat ongemakkelijk. Maar ook daar leer je mee omgaan. En hoe vaker iets gebeurt, hoe normaler het wordt. Ook met je hoofd in een tijdschrift staan. Stuiterde ik eerst door de kamer als iemand me noemde in een blog, nu kan ik een tijdschrift van de mat pakken en denken: wow, mooi stukkie zeg! Oh ja, ik ging koffie maken.
De worsteling met mijn heldenmissie begon pas echt toen ik in mei op vakantie ging naar Kos. Mijn relatie stond op losse schroeven, ik had hard gewerkt en was toe aan ontspanning. En zodra je toegeeft aan niets doen, wil je ook echt even niets doen. Zelfs een uitgedroogde koe water geven of sigaretten van het strand rapen, kostte meer moeite dan normaal. Ook was ik even he-le-maal klaar met opmerkingen als: ‘He Rachel, daar gooit iemand een blikje op straat, moet je daar niet iets van zeggen?’ of ‘Kun je mijn hotelkamer niet even opruimen als heldendaad?’
Ik wilde even nergens aan hoeven te denken bij het opstaan. Want hoe je het wendt of keert, iedere dag van dit jaar, hoe klein ook, wacht een missie.
Eenmaal thuis van vakantie besloot ik een streep onder mijn relatie te zetten. Een paar dagen erna werd ik opgescheept met buikgriep. Niet zo’n milde, nee zo’n een waarbij zelfs een slok water naar buiten vliegt. De wet van Murphy lijkt op zo’n moment toch echt op te gaan. Dat als één ding misgaat, alles tegen lijkt te zitten: fiets weggesleept door de gemeente, lekke band, geld kwijtgeraakt en dan óók nog een pukkel op je hoofd. Zeker niet het einde van de wereld, maar genoeg om met gekruiste armen en natte ogen voor de tv te gaan zitten. En dan tegen je ouders aan de telefoon zeggen: “Het gaat HEUS wel goed. ECHT.”
Zoals ik al zei: ik wist niet wat ik aan het begin van het jaar kon verwachten. Tuurlijk had ik bedacht dat het af en toe lastig zou worden, maar eenmaal zover heb ik toch ernstig nagedacht over waarom ik hier in godesnaam aan was begonnen. Al die goede daden verzinnen en uitvoeren, begon me af te stompen. Het slokte zelfs zoveel energie op dat ik te weinig oog had voor sommige vrienden die me echt nodig hadden. Dat leek me toch niet de bedoeling hiervan. Het bracht me aan het twijfelen.
Ik heb iets van een maand heldendaden gedaan, terwijl ik eigenlijk meer zin had in www.ikfuckdewereld.nl. Maar soms moet je gewoon doorgaan en niet te veel nadenken. Iets wat goed is, is niet per se altijd makkelijk. En ik was ervan overtuigd dat er een omslagpunt zou komen. Daar moet je ook je best voor doen. Praten met andere superhelden, je twijfels bespreken met vrienden en familie, steun putten uit al die lieve volgers, en eerlijk zijn over je tegenzin.
Ook besloot ik het wat rustiger aan te doen op (beach)volleybalgebied, zodat ik meer ruimte zou hebben voor ontspanning en de mensen van wie ik hou. Je kunt maar zoveel ballen in de lucht houden. Eenmaal in rustiger vaarwater kwam het besef: zo’n heldenjaar doe ik maar één keer! Hoe zonde als ik er later op terug zou kijken en beseffen dat ik er als een gestresste chagrijnige kip doorheen was gevlogen. Ik wil er juist van genieten.
Inmiddels zit ik weer volledig op de rit. Misschien zit ik zelfs steviger in het zadel dan voor mijn dip. Ik weet waarvoor ik het doe en waarom het waard is door te zetten: problemen die groot en onoplosbaar lijken, opbreken in de kleinste, begrijpelijke stukjes en daar iets aan doen.
Nee, ik kan niet in mijn eentje de plastic soup opvissen, maar wat ik wél kan is plastic squats doen tijdens het hardlopen zodat die afvalberg niet groeit. De bio-industrie is te groot om in mijn eentje te veranderen, maar ik kan wel uitzoeken welke fetakaas het meest dier- en milieuvriendelijk is. Emancipatie van allochtone vrouwen kan ik niet eigenhandig voortstuwen. Maar ik kan deze vrouwen wel fietsles geven voor letterlijk meer bewegingsvrijheid.
En dan zijn er nog de daden waarvan ik niet eens weet hoeveel impact ze op iemand hebben. Cadeautjes bij de bushalte, een opgepompte fietsband, een kraslot tussen de manderijnen, een voorraadje geluk voor een geslaagde scholier, een gratis ijsje van een onbekende, wie weet hoe dit iemands dag veranderd heeft.
Deze Tedx-talk (kijk -m! Het is maar zes minuten) laat zien dat we allemaal leiders kunnen zijn. Ik ook. We hebben waarschijnlijk allemaal een lollypop-moment (wederom: zie de Tedx-talk) gehad. Een moment waarop je, zonder dat je het weet, iemands leven hebt omgegooid.
Als je dit eenmaal weet, wat houdt je dan tegen om nog meer lollypopmomenten te creëren? Wacht niet tot iemand anders op staat. Al doen honderd mensen in een ruimte hetzelfde, wees niet bang om het anders te doen. Wie weet wie je met je actie inspireert.
Ja. Ik ga door. Nog 165 dagen om de wereld te redden. Maar eerst maar eens deze mijlpaal vieren. Morgen deel ik 200 waterijsjes uit rond Station Utrecht met De Coolsquad: ik en Yvonne. En daarna ga ik het voor mezelf vieren, met 200 dansjes, op het festival Buiten Westen. Hihaaa!
Ga zo door Rachel, erg leuk allemaal!
[…] Volgende daadVorige daad […]